De regeling gebeurt via kleppen in de centrale ventilatie-eenheid zelf. Een nadeel hierbij is dat voor elke geklimatiseerde ruimte een afzonderlijk luchtkanaal tot aan de centrale eenheid moet voorzien worden. Dit kan verbeterd worden door gebruik te maken van een debietregelklep in elk van de afzuigpunten
Om te vermijden dat naar elke klep voedings- en signaalkabels moeten getrokken worden, dient de eenheid zichzelf van energie te kunnen voorzien. Deze energie zou kunnen opgenomen worden uit de luchtstroom via een kleine turbine en opgeslagen in een batterij. Ook de communicatie tussen eenheid en klep moet draadloos kunnen gebeuren.
Haalbaarheid van lokale energieopwekking
Samen met Sirris en FMTC (nu onderdeel van Flanders Make) onderzocht Duco de haalbaarheid van zo'n systeem. Het wilde een antwoord op de vraag "Kan de energie voor de klep op een economisch interessante manier uit de luchtstroom gehaald worden, zonder daarbij het vermogen van de centrale eenheid de hoogte in te jagen?"
Het ontwerp van een dergelijke autonome applicatie dankzij lokale energieopwekking vraagt om een totaalaanpak, die de energieopwekking, de energieopslag en de aanwending omvat.
Om de haalbaarheid van zo'n systeem na te gaan, werd eerst een concreet beeld van het nieuwe systeem gevormd. Met de verwachte debieten moest uiteraard rekening worden gehouden, omdat deze een invloed hebben op de beschikbare energie. Die werd vergeleken met het geschatte verbruik van de klep en de elektronica Voor de schatting van de energieproductie van de turbine werd een systematische aanpak gevolgd. Met behulp van commercieel beschikbare componenten en proof-of-concept testopstellingen werd de haalbaarheid van potentiële concepten ingeschat.
Uit de haalbaarheidsanalyse bleek dat energieopwekking in een luchtkanaal volgens de vereisten vermoedelijk haalbaar is, mits de toepassing van een specifiek ontwerp van de componenten. Verdere validering moet dit uitwijzen. Met deze resultaten kan Duco een prototype van de turbine bouwen en evalueren.